Achter het huis hebben wij een lange smalle tuin van ongeveer 12 aren (1.200 m²). Daarvan is op dit moment ongeveer 2,5 aren (250 m²) moestuin. Ik heb de moestuin sinds 2014, ben klein begonnen, met een paar moestuinbakken en een tuinhuis.
In 2016 hebben we de serre (of kas voor de Nederlandse lezers) gezet en ben ik bakken gaan bijplaatsen. De serre is bij uitstek mijn beste moestuininvestering geweest. Zonder serre geen tomaten, paprika’s, pepers, aubergine enzovoort. Sindsdien heb ik enkel nog wat grotere onderhoudswerken uitgevoerd (zoals het plaatsen van een schutting, aanleg van een deftig tuinpad), maar is de moestuin zelf niet meer uitgebreid. Ik heb er de plaats en de goesting voor, maar (helaas) niet de tijd.
Indeling
Ik heb voor een deel uit noodzaak gekozen voor het lang en smal ontwerp (5m breed en 50m lang). Mijn tuin loopt iets af naar het oosten. Door de droogte van de afgelopen twee jaar, heb ik er geen last meer van, maar langs die oostkant blijft er in de winter en lente vaak water staan. Wellicht omdat de grond al het water niet kan wegslikken. Ik vermoed dat aan die kant vroeger zelfs een gracht is geweest. Oude kadastrale plannen van vóór WOII wijzen in die richting.
Om het risico te beperken dat mijn bakken een deel van het moestuinseizoen veel te drassig zijn en niet gebruikt kunnen worden, heb ik ze allemaal aan de hoge kant geplaatst. Vandaar dus dat lange en smalle ontwerp.
De moestuin wordt in twee verdeeld door het tuinhuis (dat ook vaak dienst doet als ‘mancave’) dat er ongeveer middenin staat. Achteraan staat de serre (18m²). Helemaal achteraan ligt nog een stuk braak waar ik op dit moment niets mee doe. Ik gebruikte het als ruimte om te experimenteren (heb er in 2017 zelfs suikerriet verbouwd), maar daar ben ik mee gestopt. Ik zie wel wat ik hier in de toekomst nog mee kan. Ik droom van frambozen, rode, zwarte en blauwe bessen,…
Op de rest van de beschikbare ruimte staan vijftien moestuinbakken. Ik heb twee formaten gemaakt: een kleiner van 1,5m op 1,5m (2,25m²) en een groter van 3,0m x 1,5m (4,50m²). In die bakken kan op (afgerond) 60m² groeten en kruiden verbouwen. Samen met de serre, geeft dat ongeveer 80m² verbouwbare opppevlakte. En dat volstaat voorlopig.
Ik heb gelukkig veel licht en zon in mijn tuin. Enkel de hete middagzon uit het zuiden wordt wat onderbroken door het huis, maar daar heeft enkel het stuk vóór het tuinhuis heel beperkt last van.
Achter de serre en het tuinhuis, en vooraan in de tuin staan in totaal vijf watertonnen van elk 250l. Sinds ik bij de heraanleg van het terras achter het huis (2018) een waterput van 10.000l heb gestoken (die ik integraal voor de moestuin kan gebruiken), heb ik zelfs tijdens hele droge jaren altijd voldoende water.
Bodem en grond
Ik heb in 2014 de grond van mijn moestuin laten ontleden. Dat kan in België heel makkelijk bij de Bodemkundige Dienst van België in Leuven ( https://www.bdb.be/ ). Ik heb daar toen €80 voor betaald (best prijzig dus), maar heb er ook veel uit geleerd. Wij wonen sinds 2003 in het huis, dat is gebouwd in 1948. Achter het huis is altijd wel op een of andere manier moestuin geweest. Ik wilde dus niet zozeer uitsluitsel over vervuiling van de grond (die is er gelukkig niet was ook niet vewacht door het moestuinverleden), maar wel advies over hoe ik moest bijmesten om goed van start te kunnen gaan.
De grondsoort in mijn moestuin is lemig zand en daar ben ik best tevreden mee. Die grond is heel het jaar door makkelijk bewerkbaar. Ik moet er wel rekening mee houden dat in droge jaren (zoals 2018 en 2019) ik goed water moet geven tijdens de zomermanden en zaaien in volle grond niet even vanzelfsprekend is. Maar grond went. En je vindt altijd wel een manier om met de nadelen om te gaan en oplossingen te bedenken.
Het eerste wat opviel in de analyse was de relatief hoge pH waarde. Mijn grond is dus zeker niet te zuur en bevat voldoende kalk. Voor een zanderige grond is een hoge pH geen echte verrassing. Maar ik ga ervan uit dat vorige eigenaars van het huis en de tuin meer dan genoeg bekalkt hebben. Jaarlijks een portie kalk over de moestuin strooien is heel lang in Vlaanderen (jaren 60, 70, 80) een gewoonte geweest, net als het te kwistig gebruik van kunstmeststoffen allerhande. Kalk werd ook vaak gebruikt om mos te bestrijden in gazons en grasperken, vaak met het omgekeerde effect. Vermoedelijk is mos ook in mijn tuin op die manier aangepakt.
Ik heb sinds 2014 als gevolg van dit alles nog geen korrel kalk gestrooid, zoals dat ook ten stelligste werd geadviseerd in de analyse. Kalk weer uit je tuin halen en grond zuurder maken is zo goed als onbegonnen werk, tenzij je de bodem pakweg een meter wil afgraven en aanvullen met gezonde grond.
De analyse bleek ook op een aantal andere meetpunten mee te vallen. De waarden van koolstof, fosfor, kalium, magnesium zitten goed en vragen per gewassoort een normale bemesting. Ik had op het moment van de analyse te weinig natrium. Dat element is niet zo heel essentieel en vul ik sindsdien voldoende aan door het gebruik van compost om bijvoorbeeld te mulchen.
Moestuinplannen
Ik maak jaarlijks in december of januari een moestuinplan voor het aankomende moestuinseizoen. Dat plan vormt mijn houvast om vanaf maart te beginnen zaaien en planten. Mijn plan is geen dogma. Het is best mogelijk dat ik het na een paar weken of maanden in het seizoen weer opgeef. Wat er dan overblijft is meestal de herinnering aan het plezier bij het maken van het plan op donkere winterdagen. De grote lijnen van het plan, die onder meer de teeltrotatie moeten bewaken, blijven natuurlijk wel altijd behouden.
Ik werk met teeltrotatie en teeltafwisseling. In de parktijk wil dat zeggen dat ik geen vier (en liefst vijf) jaren geen groenten uit dezelfde familie in de dezelfde bak verbouw. Dat wil zeggen dat ik in 2019 een eerste volledige rotatie achter de rug had (moestuin gestart in 2014).
Ik deel mijn bakken dus in per familie: koolgewassen, vruchtgewassen, wortelgewassen, peulgewassen en bladgewassen. Met bladgewassen zoals sla en spinazie wijk ik weleens van mijn teeltrotatieregels af. Die krijgen van mij een vrije rol. Voor de kolen probeer ik meer dan vijf jaar aan te houden. Mijn aardbeien verbouw ik drie jaar in dezelfde bak om daarna nieuwe plantjes aan te planten in een andere bak. Aarbeien vallen dus buiten het gewone strakke teeltrotatieschema.
Ik teel zo goed als alles biologisch en rotatie en afwisseling is een van die manieren om natuurlijke evenwichten te behouden en de problemen met ziektes (bijvoorbeeld knolvoet, een hardnekkige schimmel die kolen telen bijna onmogelijk maakt). Ik maak een uitzondering voor de serre, want die kan ik niet verplaatsen. Mijn kasgroenten staan dus altijd op dezlefde plaats, waardoor dat ik extra aandacht moet geven aan de grond in de kas.
Moestuinplan 2020
Klik hier voor mijn moestuinplan 2020.
Moestuinplan 2021
Klik hier voor mijn moestuinplan 2021.
Moestuinplan 2022
Klik hier voor mijn tuinplannen voor 2022.