Kew Gardens, altijd mooi

Print Friendly, PDF & Email

Moestuinieren mag geen sleur worden. Daarom kijk ik graag om me heen en laat mij inspireren door tuinen, tuinboeken, tuinblogs, tuinwinkels, tuiniers,… allerhande. En zo probeer ik in mijn moestuin elk jaar weer iets anders uit dat ik ergens heb opgepikt. In de inspiratierubriek op deze blog post ik graag wat langere stukken over wat mij ingrijpend en blijvend, rechtstreeks en onrechtstreeks inspireert. Kew Gardens mag de spits afbijten.

Eind januari moest (mocht 😉 ) ik voor mijn werk naar Londen. Ik ben er een dag langer gebleven om nog een keer te gaan kijken naar Kew Gardens. Ik was er nog nooit in de winter geweest. Het was mistig en er hing een dikke donkere wolkenmassa boven Londen. Vandaar mijn donkere foto’s. En het was behoorlijk fris. Toch is mijn bezoek weer goed meegevallen. Ook al omdat er vergeleken met de zomermaanden bijna geen volk was. En mijn Sophie mocht mee. Kew Gardens, dat is altijd prijs.

Kew Gardens is een grote botanische tuin in het zuidwesten van Londen, gelegen aan de Thames, met de metro drie kwartier rijden vanuit de City of het stadscentrum. De tuin is begin 19de eeuw ontstaan uit enkele adellijke en koninklijke buitenverblijven en bijhorende landerijen, waarvan er een aantal teruggaan tot de 16de eeuw. Het rijke Londense volk wilde wel een keer ontspannen ‘op den buiten’. Londen verstedelijkte door de industrialisering aan een hoog tempo. Wat heel lang gewoon platteland buiten de stad was, werd een groot park in de stad. Koningin Victoria schonk het in 1841 aan de Engelse staat.

In die eerste helft van de 19de eeuw ontstonden er overigens veel botanische tuinen in Europa. Het paste in een Europees imperialistisch gedachtegoed om niet alleen de natuur in de steeds groter wordende koloniale rijken zelf te gaan bestuderen (zoals Charles Darwin deed in de periode 1831-1836) maar ook om die natuur naar Europa te halen. Het is ook niet toevallig dat in die periode ook de dierentuinen ontstonden. De Zoo van Antwerpen werd opgericht in 1843 en Artis in Amsterdam in 1838. De wereld werd zo steeds kleiner, inwoners van het Europese avondland konden zo kennis maken met vreemde planten en dieren uit de overzeese gebieden. Engeland en het grote British Empire konden natuurlijk niet achterblijven.

Vanaf 1841 werd het grote park niet alleen publiek toegankelijk, maar groeide het ook uit tot een vermaard onderzoekscentrum. Het Herbarium in Kew bevat ongeveer zeven miljoen planten van over heel de wereld, ook heel veel soorten waarvan men denkt of zeker weet dat ze uitgestorven zijn. In de Millennium Seed Bank worden zaden van bedreigde wilde plantensoorten opgeslagen. In 2003 kwamen de tuinen op de lijst van het UNESCO werelderfgroed. En in de School of Horticulture wordt ook vandaag nog het kruim van de Engelse en ook buitenlandse hoveniers opgeleid. Ik heb zelden spijt van mijn studiekeuze meer dan 25 jaar geleden, behalve wanneer ik op dit soort zaken bots. Al ben ook ik nooit te oud om (bij) te leren. Misschien komt het er nog wel een keer van.

In het park staan een aantal grote serres of kassen voor tropische planten, zoals de Palm House en Temperate House, die gebouwd zijn in de tweede helft van de 19de eeuw (foto’s hieronder). Het zijn impressionante gebouwen uit glas en het toen relatief nieuwe bouwmateriaal staal, opgetrokken in de neo-gothische bouwstijl die toen hoogtij vierde. Het ontwerp doet inderdaad wat denken aan de grote gothische kathedralen uit de middeleeuwen. Binnen is er een heel mooi aanbod aan, vaak bedreigde, planten te bewonderen.

Naast de 19de eeuwse serres staan er ook moderne en recent gebouwde glasconstructies, zoals het Alpine House, dat een aantal planten herbergt die, de naam zegt het zelf, in bergachtig gebied en boven de bomengrens voorkomen (foto hieronder). Met een slim bedache koeling en ventilatie, wordt ook in de zomer voor deze planten de best mogelijke temperatuur nagebootst. Ik bedacht me daarbij dat ik maar eens werk moet maken van mijn plan om een verzameling vetplantjes te beginnen.

In een hoek van het park staat Dutch House, een mooi oud roze gekalkt pand dat behoorde tot een groter geheel van gebouwen van de Engelse koninklijke familie die er vaak verbleef. De verwijzing naar Nederland (Dutch) komt van de voorgevel van het gebouw die zo zou passen op een Amsterdamse gracht. Vooral het verblijf van George III, de vorst die afstand moest doen van de Amerikaanse koloniën (die werden de Verenigde Staten) en nodeloos moest toekijken hoe Napoleon het Europese vasteland impalmde, vind ik intrigerend. Vanaf 1810 kreeg George steeds meer ‘vlagen van waanzin’ zoals ze toen werden genoemd. Ik vermoed dat de man gewoon mentaal op was. Hij sukkelde bovendien met een aantal andere gezondheidsproblemen en doorstond een paar zware persoonlijke drama’s die hem ook niet echt opbeurden. Toch scheen zijn verblijf in de natuur hem goed te doen. De link tussen geluk en (moes)tuinieren werd ook toen al blijkbaar gelegd. Ik kom daar in deze blog zeker nog op terug.

In het park achter het Dutch House is niet alleen de grote kruidentuin van Queen Charlotte, de ega van George III, die meer dan de moeite waard is en enkel medicinale planten bevat die in het toenmalige Engeland werden gebruikt in de geneeskunde. George zal er ongetwijfeld mee behandeld zijn geweest.

Wat verder in het park ligt de moestuin of Kitchen Garden. Die is er nog maar enkele jaren en maakt onderdeel uit van de Kew opleidings- en onderzoeksprogramma’s. Ik was toch weer verbaasd te horen dat van de naar schatting 50.000 eetbare planten op onze planeet er eigenlijk nog maar vier alomtegenwoordig zijn in wat we met z’n allen dagelijks eten: rijst, tarwe, mais en soya. Echt divers kun je dat niet noemen. En de intensieve landbouw van die vier gewassen zorgt wereldwijd voor gigantische problemen met bodemerosie, verarming en dus vervuiling van de bodem door overmatig gebruik van kunstmeststoffen, gebrek aan water, enzovoort. Wereldwijd gaan Kew-onderzoekers op zoek naar verre neven van hetgeen wij in onze moestuin gebruikelijk telen, om zo de diversiteit van die gewassen te verzekeren en tegengewicht te bieden tegen de almacht van die vier giganten. Die worden in Londen dan verder onderzocht en getest. Zoals verwacht was er in de moestuin, op een verloren spruit- en boerenkool en wat rammenas na, niet veel te zien. Net als in mijn moestuin wordt ook hier een winterstop gehouden.

Tijdens het eerste seizoen (2015) van de Kitchen Garden maakte de BBC een schitterende vierdelige reeks over de moestuin. Er verscheen ook een boek, Kew on a plate, waarin de Engelse sterrenchef met Franse roots, Raymond Blanc, kookt met de groenten uit de tuin. Voor wie op een donkere winteravond wil wegdromen bij mooie moestuinbeelden en lekkere gerechten, is dit een aanrader. De reeks is nog integraal te vinden op YouTube (aflevering 1, aflevering 2, aflevering 3, aflevering 4).

Voor wie ons achterna wil reizen nog enkele tips. In treinstation St. Pancras (eindstation Eurostar uit Brussel en Parijs), neem je de metro (Piccadilly Line) naar metrostation South Kensington (Earl’s Court en Hammersmith zijn ook goed). Daar stap je over op de District Line naar Kew. Slapen en dineren doe je goed in Kew Gardens Hotel. Het bier is lekker in Tap On The Line, de koffie smaakt in Cafe Torelli. Veel plezier!

Deel op social media

Laat een reactie achter

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres dat je opgeeft, verschijnt niet bij je reactie. In het veld onderaan mag je altijd verwijzen naar jouw website of blog.