Elke maand probeer ik minstens één keer een update te schrijven over het wel en wee in mijn moestuin. Wat heb ik allemaal opgepakt, wat doet het goed (en minder goed), … kortom wat bezorgt mij allemaal klein moestuingeluk? Na februari, maart en april volgt hier het rondje van mei.
Over maart 2020 gaan we nog heel lang praten. En ongetwijfeld ook over de maanden die volgen. Ik ben de afgelopen week – de eerste van de lockdown in ons land – bang geweest en heb gepanikeerd. Maar ik heb het ook weer kunnen loslaten. Feiten zijn zoals ze zijn. Het was zoeken hier in huis naar de juiste balans tussen werken, schoolwerk van de kinderen begeleiden, verstandig inkopen doen zonder te gaan hamsteren, voor onze ouders zorgen (die allen boven de zeventig zijn en dus tot een van de grootste risicogroepen behoren).
We gaan geduld moeten oefenen en vooral rekenen op het gezond verstand van iedereen. Aan dat laatste heb ik een paar keer getwijfeld. De mens is een raar wezen. Ik heb deze week nog te veel domme, dwaze, lompe, gekke,… mensen gezien die dachten dat de realiteit (en het virus) geen vat op hen zou hebben. Maar dat leek mij naarmate de week vorderde toch een minderheid te worden. Gelukkig!
Ik ben door het (overigens perfect te begrijpen) hamstergedrag van zovelen nog maar een keer gaan beseffen hoe wij voedselproductie, – distributie en heel de logistieke kant daarvan als vanzelfsprekend beschouwen. En hoe wij dat allemaal beginnen wantrouwen op momenten die we als levensbedreigend aanvoelen. Er is eten genoeg, daar twijfel ik niet aan. Maar ik hou mijn hart vast wat er gebeurt wanneer er bijvoorbeeld te weinig landarbeiders zijn om al die aardbeien of asperges en andere groenten die de komende maanden zullen worden geoogst. Als die groenten al met de sluiting van restaurants moeten worden geoogst … Het voelt op een of andere rare manier toch veilig aan een moestuin te hebben nu.
Maar terug naar de tuin. Die heeft geen last van het virus en doet of er niets aan de hand is. En we zouden haast vergeten dat het nog niet zo lang geleden heel hard heeft gewaaid en er vele liters water zijn gevallen. In het bos achter mijn tuin moet er nog heel wat puin geruimd worden. En er staan nog altijd heel wat waterplassen. De grondwaterstanden lijken na twee hele droge zomers weer normaal, al is dat ook nog niet op alle plaatsen het geval. Dat zag ik ook in onze kelder, waar voor het eerst in twee jaar weer wat water stond. De afgelopen dagen scheen de zon weer en er wordt nog méér zon verwacht. Lente, eindelijk! Ik zie mijn tuin dag na dag opdrogen. Dat moet ook. Mijn tuin is immers vrij drassig en zolang het water niet weg is, kan ik niets zaaien en planten in de vollegrond.
Ik ben na mijn eerste zaaironde eind februari (erwten, peulen, tuinbonen, reukerwten, sla, lente ui, wortelen, gele en witte biet) blijven zaaien in potten en potjes in de serre. Dat loopt allemaal volgens plan.
Kolen: bloemkool, broccoli, spruitkool, palmkool, Chinese kool.
Bladgroenten: kropsla, little gem (kleine Romeinse sla), snijsla en rucola (gewone, wilde en olijf raketsla), warmoes.
Knollen: rode biet, knolraap, meiraapjes.
Kruiden: koriander, basilicum, dille, bonenkruid, sofiekruid, komijn, karwij, anijs, sesam, papalo, perilla, pipiche. (Voor de kruiden met die rare namen, zie een eerdere blogpost.)
De uien die ik een paar weken geleden kocht zijn geplant. Ze staan in de bak waar ook de look staat (en stevig doorgroeit). Ik probeer dit jaar met worteldoek te werken waarin ik gaten heb gebrand met mijn onkruidbrander. In die gaten komen dan de uitjes. Dat is weer kunststof in de tuin en dat probeer ik zoveel als kan te vermijden. Maar hier maak ik het mezelf wat makkelijk. Dat mag ook wel een keer. Uien en ook look wortelen heel oppervlakkig. Dat maakt het lastig om te wieden en onkruid te verwijderen. Omdat ik nogal veel last heb van onkruid en vooral van gras (gazon ligt net naast de moestuin), test ik graag vanalles en nog wat om mijn rug bij het tuinwerk wat te sparen. Ik hoop dat dit daarbij helpt. Over de aanplant ligt nu ook een rooster. Dat verhindert dan weer dat vogels met al mijn uitjes aan de haal gaan. Die zien in de topjes van die uien een of ander insect en pikken er maar rustig op los. Een keer de uien beginnen schieten en de stelen zichtbaar worden, blijven de vogels weg. Nog even geduld dus.
De bessen in het pas opgekuiste stuk braak achter de serre blijven het goed doen. Al heb ik de indruk dat vooral de frambozen een langzame start nemen. De zon van de komende dagen gaat hen ongetwijfeld een forse duw in de rug geven.
Tuincentra zijn gesloten. Je mag er nog enkel binnen om dierenvoeder te kopen. En op de markt mag enkel nog eten verkocht worden. Online tuinspullen kopen kan natuurlijk nog altijd, maar voor plantjes is dat toch nog niet zo vanzelfsprkend. Toen dat tot mij doordrong, schoot ik even in paniek, zeker met het vooruitzicht dat we nog een heel aantal weken in lockdown zitten. Ik zaai immers veel, maar niet alles en koop dus ook nog plantjes. Zo zou ik dit jaar geen tomaten zaaien. Ik ben dan maar in zeven haasten mijn overschotjes van tomatenzaden bij elkaar gaan zoeken en heb die snel gezaaid. Ik ben dus net niet te laat en hoop dat het iets wordt, want alle pakjes zaten ver over de vervaldatum. De zaden gaan dus zeker minder snel kiemen, als ze al kiemen. Laten we hopen op het beste.
Trostomaat: allounder, kan voor alles dienen.
Kerstomaat: Black vernissage, Blush (beide van Baker Creek Heirloom Seeds in de VS), rauw en voor bij de sla.
Roma: geen Italiaanse tomatensaus of pizza kan zonder.
Coeur de boeuf: ze zien er niet uit, maar zijn rauw superlekker.
Noire de Crimée: een hele donkerrode tomaat met een zwarte schijn, ook om rauw te eten.
Green zebra: groen-gele tomaat, zurig en minder zoet.
De zon zorgt voor veel warmte in de serre. En voor een aantal plantjes (sla en spinazie bijvoorbeeld) soms al een beetje te veel. Die moeten snel naar buiten. Maar laten we daar niet over klagen. ’s Nachts kan het nog best koud zijn. In de serre staan ook plantjes die daar een hekel aan hebben. Ik probeer die zo goed als kan te beschermen met vliesdoek. Wanneer er veel nachtvorst wordt voorspeld (zoals de komende dagen), biedt ook een ventilator met thermostaat wat hulp. Die springt aan en blaast warme lucht in de serre wanneer het twee graden of meer vriest. Tot dat punt volstaat mijn vliesdoek.
Ook mijn begin januari gezaaide paprika’s en pepers trekken zich niets aan van wat er in de wereld romdom hen gebeurt en groeien rustig verder. Ik zet ze tijdens zonnige dagen in de serre. Ik durf te denken dat het zonlicht en de zonnewarmte toch nog net iets beter is dan het licht van de groeilamp.