Zwart goud. Over mulchen met compost

Print Friendly, PDF & Email

Ik ben een grote fan van compost. En ik ben overtuigd dat het een van dé stille krachten is in mijn moestuin. Ook deze winter ga ik weer kwistig aan de slag met compost om mijn tuin voor te bereiden op het komende seizoen.

Compost is de zwarte, kruimelige grondstof die bestaat uit plantaardige resten en is het resultaat van het composteringsproces waarbij bijvoorbeeld groenten- en fruitafval (GFT), bladeren, gras, twijgen en takjes,… worden afgebroken. Het bevat een hoog gehalte aan organisch materiaal waaruit humus wordt gevormd. Compost is een geweldige bodemverbeteraar, die water en voedingsstoffen voor je groenten vasthoudt. Het geeft meer structuur aan de grond waarin je moestuiniert en maakt die luchtiger. Compost riekt bovendien geweldig goed (bosgrond in de herfst).

Samen met water, licht en warmte, zorgt de bodem waarop je moestuiniert in grote mate voor een goede oogst. Het gaat om de paar tientallen centimer aarde onder jouw groenten en bijhorend bodemleven die erg bepalend zijn voor wat er in je tuin al dan niet groeit en bloeit. De bodem is een levend orgaan en moet je dus ook zo behandelen. Het is maar moeilijk voor te stellen, maar in een theelepel gezonde grond zitten vele honderden miljoenen (soms zelfs miljarden) bacterieën, en vele tientallen meters schimmeldraden. Het zijn die micro-organismen die de basis vormen van een in het beste geval heel divers en evenwichtig bodemleven. Zij zorgen samen er met andere kleine en minder kleine oganismen (regenwormen, mijten, spinnen, kevers,…) voor dat planten- en andere organische resten worden afgebroken waaruit dan voedingstoffen voor jouw planten vrijkomen. Het bodemleven zorgt voor een optimale bodemstructuur, beheert heel wat natuurlijke evenwichten en houdt zo ook ziektes op een afstand. Zonder een gezond bodemleven, geen moestuin *.

Grond kies je meestal niet, je neemt die erbij wanneer je een huis koopt of huurt en een moestuin aanlegt of wanneer je in een volkstuin aan de slag gaat. Maar je kan die grond wel slim bewerken en er het beste van maken. Ja mag er ook van uitgaan dat elke grond waarop je net begint te moestuinieren (en die geen moestuinhistoriek heeft) eerder arm of niet in evenwicht is en best een duw in de rug kan gebruiken.

Elders vertelde ik al over de analyse van mijn grond die ik liet uitvoeren in 2014, bij de start van mijn moestuin. Ik heb daaruit veel geleerd, vooral dat mijn zand-leemgrond vrij gezond was. Dat verbaasde mij een beetje. Mijn moestuin heeft immers een verleden als gazon of grasperk achter de rug. Van gazons weten we hoe langer hoe meer dat het ecologische rampen zijn en weinig biodovers, zeker wanneer er met alle mogelijke middelen mos en onkruiden uit geweerd worden en er alles aan wordt gedaan om het zelfs in een droge zomer fel groen te houden. Ik heb die obsessie voor een groen, vlak, gemillimeterd en vooral onkruidvrij gazon gelukkig niet. Het moet een hele zware last om dragen zijn 🙂

Ik botste toch ook op heel wat beperkingen van mijn zanderige bodem. Zeker in de droge en warme zomers (o ja, we hebben er net twee achter de rug), ben ik blij dat ik heel veel water ter beschikking heb in mijn grote waterput. Maar het blijkt toch een hele karwij om dagelijks of zelfs meermaals per dag de moestuin te gieten. Daar komt nog bij dat ik in die grond in warmere periodes niet echt goed kan zaaien. Mijn witloofoogst is daarom al een paar keer mislukt. Ik ben in de krukdroge meimaanden die we de laatste jaren meemaken een paar keer vergeten om het bed waar ik had gezaaid goed te gieten.

Moestuinieren is dus ook altijd een beetje worstelen met grond. Maar dat hoeft geen eindeloos gevecht te zijn. Zo ben ik terecht gekomen bij compost en een aantal bijhorende technieken uit bijvoorbeeld de perma– en polycultuur moestuinaanpak, om niet alleen mijn grond beter te beschermen tegen warmte en droogte, maar vooral ook om het bodemleven te stimuleren. Ik het zo ook mulchen ontdek, waarbij ik compost gebruik om de grond in mijn moestuinbakken te bedekken en zo te beschermen en te voeden.

Ik ben rijkelijk beginnen mulchen met compost nadat ik via een aantal moestuinhandboeken (zie bij Inspiratie) kennis had gemaakt met de No Dig aanpak van de innovatieve Engelse hovenier (en bestelling auteur) Charles Dowding. Die is al heel lang gestopt met zijn moestuin om te spitten. Ik ben hem gevolgd. En terecht. Door de grond letterlijk om te keren met een schop, verstoor je het bodemleven dermate, dat het zich (wellicht) onvoldoende kan herstellen aan het tempo waarop je elk jaar weer groenten wil telen. Het volstaat om de bodem zacht los te maken met een woelvork en het bodemleven te voeden met een laag compost die ook dienst doet als mulch. Zo een mulchlaag zorgt er ook voor dat de bodem sneller opwarmt in de winter, minder water verjaagt in de zomer, het ontkiemen van onkruidzaden afremt, slakken wegjaagt,… De compost inwerken hoeft niet echt. Alle micro-organismen vinden snel hun weg naar beneden.

Elk jaar in de winter bestel ik compost en leg in mijn serre en moestuinbakken een laagje van een vijftal centimeter. Dat bedek ik dan nog een keer met worteldoek, die er extra voor zorgt dat onkruiden geen kans krijgen en die in de lente de grond sneller laat opwarmen en dus klaarmaakt om te zaaien en planten. De enige bakken die ontsnappen zijn die waarin ik look heb geplant en waarin uien en sjalotten komen. Dat zijn de groenten die net een armere bodem vragen. Ook de bakken met de vaste planten, zoals de kruiden, de asperges en aardbeien, laat ik ongemoeid. Aardbeien geef ik in het voorjaar wat organische mest, de vaste kruiden en asperges trekken goed hun plan zonder al die extra’s.

Zijn er dan geen nadelen aan compost? Ongetwijfeld wel, maar de informatie daarover is veel schaarser dan die over de voordelen. Compost moet om te beginnen rijp zijn (het composteringsproces moet afgerond zijn). Compost die gemaakt is van vooral groenten- en fruitafval (GFT) zou iets minder zuur zijn en dus mogelijk nadelig voor bodems, zoals de mijne, die al voldoende kalk bevatten. Maar daar vind ik weinig bevestiging van. GFT-compost is dan weer wél beter voor de moestuin omdat het veel meer voedingsstoffen bevat dan compost dat is gemaakt van snoeihout, grasmaaisel,… Hoe je het ook draait of keert, ik zie het resultaat van mulchen met compost elk seizoen weer in mijn tuin. Ook hier geldt weer de regel dat overdrijven (te weinig of veel te veel compost) nergens toe leidt en het gaat om het zoeken naar de juiste evenwichten. Ik kan alvast mijn zwart goud voor geen geld van de wereld missen.

Ik maak zelf geen compost. Dat is echt een vak apart dat ik (nog) niet beheers en goede compost is hier in de buurt heel makkelijk en heel goedkoop te krijgen. Mijn GFT-compost van Vlaco, haal ik in zakken van 40 liter op het containerpark (Ecowerf) of laat ik brengen in een big bags van een kuub.


* Wist je dat een (intussen verboden) onkruidverdelger met glyfosaat (bekend onder bijvoorbeeld het merk Round Up) niet alleen onkruid, maar ook een heel groot deel van het moeizaam opgebouwde bodemleven kapot maakt?

Deel op social media

Doe mee met de conversatie

1 reactie

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres dat je opgeeft, verschijnt niet bij je reactie. In het veld onderaan mag je altijd verwijzen naar jouw website of blog.

  1. Zeer duidelijk artikel, kan je zo ook eens iets maken over het nut van stalmest.
    Dit wordt toch al door de eeuwen heen in de landbouw gebruikt