Planten zijn net als mensen

Print Friendly, PDF & Email

Stress… ik worstel er vaak mee. Planten hebben er ook last van en ze uiten dat op een aantal verrassende manieren. Planten die te weinig water vinden in een warme zomer schieten door, vormen heel snel bloemen en maken zaden aan. Alsof ze beseffen dat ze nog voor nageslacht moeten zorgen vooraleer het einde nadert. En zo zijn er nog heel wat bekende stressreacties, zoals veranderen van vorm, kleur en geur. Veel minder bekend (toch bij mij) is bijvoorbeeld dat planten onder stress ook geluid maken.

Dat is nog niet zo lang geleden aangetoond bij tomaten- en tabaksplanten door biologen en wiskundigen van de universiteit van Tel-Aviv, las ik een paar maanden geleden in een krant.* De planten werden geconfronteerd met verschillende stressfactoren en dan werd met gevoelige sensoren geluid gemeten. Met hypermoderne computermodellen werden dan alle omgevingsgeluiden weggefilterd tot iets overbleef dat van de planten zelf moest komen. Vervolgonderzoek moet uitmaken of die geluiden betekenis hebben en of ze bijvoorbeeld door andere planten worden opgenomen en die planten daar iets mee doen, bijvoorbeeld geluiden terugsturen.

Ik hoor u nu tot hier lachen, of misschien een meewarige blik werpen. Dat begrijp ik, maar de Israelische onderzoekers zijn in hun vakgebied niet van de minsten. En ik ben allesbehalve een zweverig type dat snel in wetenschappelijke onzin trapt. Zit de plantenwereld misschien iets ingewikkelder in elkaar dan wij (en ik in elk geval) beseffen? Daar wilde ik het fijne van weten. En zo botste ik op het boek Briljant groen, de intelligentie van planten (2017). Sinds ik dat boek heb gelezen, loop ik nooit meer op dezelfde manier door mijn tuin. Welkom in de wereld van intelligente, en vaak briljante, medebewoners op deze planeet!

Briljant groen is geschreven door de Italiaanse professor plantkunde Stefano Mancuso, die internationaal hoe toppen scheert met onderzoek over waarneming en gedrag van planten. Hij kreeg daarbij de hulp van wetenschapsjournaliste Alessandra Viola. Het boek verscheen al in 2013, een Nederlandse vertaling in 2017. Baanbrekend is zijn onderzoek naar de mogelijkheden om robots te ontwerpen op basis van de meest recente inzichten over hoe plantenwortels werken. Die robots zouden ingezet kunnen worden bij het opruimen van zwaar vervuilde terreinen bijvoorbeeld, of het wegwerken van de bergen plastic afval. Klinkt allemaal heel sci-fi, maar dat is het echt niet. Dat beschreef Mancuso heel goed in Plantenrevolutie, hoe planten onze toekomst bepalen (2018).

Laten we maar meteen met de deur in huis vallen. Neen, er is niets dat erop wijst dat planten, net al mensen en nog andere dieren, een zelfbewustzijn hebben en daar gevolg aan kunnen geven. Daar is ook Mancuso duidelijk is. Maar hij zegt er meteen bij dat hij zich permanent met deze invallende deur moet verantwoorden. Ook de plantkunde en het biologisch onderzoek in het algemeen heeft heel lang te lijden gehad onder een westers wetenschappellijk en licht arrogant paradigma dat mensen hogere levensvormen zijn en dieren, maar zeker ook planten lagere. En dus kunnen planten nooit intelligent zijn, of toch niet zo intelligent als mensen.

Net dat denkbeeld en vooral dat vooroordeel dat op weinig wetenschappelijke feiten is gebaseerd, ziet Mancuso als de reden waarom onderzoek naar gedrag van planten relatief jong is. Ook al suggereerde de grote Charles Darwin (die in zijn evolutietheorie definitief komaf maakte met Adam en Eva en de mensen dezelfde voorouders gaf als primaten zoals gorilla’s en bonobo’s) meer dan 100 jaar geleden al dat er zoiets als plantenintelligentie moest bestaan. Hij deed dat onder meer op basis van observaties van wat we nu vleesetende planten noemen. En voor Darwin waren er wel wat filosofen geweest, zoals Plato, die stelden dat planten zelfs sociale levensvormen zijn, die met elkaar interageren.

Maar die sociale intelligentie is fundamenteel anders dan, zeg maar, die van de mens. En intelligentie gaat in eerste instantie om het vermogen om te reageren op en het omgaan met problemen allerhande. Zonder intelligentie geen leven dus, want geen evolutie. Als dat besef doordringt, ga je ongetwijfeld met hele andere ogen naar planten kijken. Mancuso is overigens niet de enige moderne wetenschapper die ons daarvan wil overtuigen. Hetzelfde verhaal vind je ook in bijvoorbeeld Pantaardig, een vegetatieve filosofie (2014), het mooie boek van de Nederlandse filosofen Wouter Oudemans en Norbert Peeters of Het verborgen leven van bomen (2015) van de Duitse boswachter (!) Peter Wohlleben.

Het traditionele beeld dat mensen hogere levensvormen zijn, vierde in Europa hoogtij vanaf de renaissance, 500 jaar geleden, en werd heel vaak afgebeeld als een piramide. Een voorbeeld vinden we in het ook door Mancuso aangehaalde Liber de sapiente of het boek der wijsheid van de toen bekende Franse wiskundige De Bovelles uit 1509. Helemaal onderaan bevinden zich de stenen (‘petra’ en ‘minerales’). Die zijn er gewoon. Vervolgens zijn er de planten, die er zijn en ook nog leven. Dan volgen de dieren die leven, maar ook voelen (pijn bijvoorbeeld) en helemaal bovenaan staat de mens die ‘intelligit’ is of het vermogen heeft om te begrijpen en rationeel te denken en die een ziel hebben.

Om te begrijpen dat mensen géén hogere levensvormen zijn dan planten, haalt Mancuso een paar harde feiten aan. Planten vertegenwoordigen meer dan 99% van de totale biomassa op onze planeet. Je zou zelfs kunnen stellen dat mensen en dieren een zijspoor zijn van de evolutie van die biomassa. Planten kunnen perfect, en met de klimaatproblematiek in het achterhoofd en de schade die daardoor wordt aangericht, wellicht beter zonder dieren en mensen. Het omgekeerde is ondenkbaar. En het aanpassingsvermogen van planten is fenomenaal veel groter dan dat van de mens. Breek een tak van een boom en die blijft normaal gezien leven, breek een arm van een mens en die gaat dood (zonder de moderne medische wetenschap).

De eerste cellen die aan fotosynthese deden en die we dus met wat zin voor overdrijving ‘planten’ kunnen noemen verschenen ongeveer 3,5 miljard jaar geleden op deze planeet, de moderne mens is slechts tweehonderd duizend jaar oud. Planten, dieren en mensen hebben een zelfde verre voorouder. Afsplitsing tussen de levensvormen die een ‘sedentaire’ dan wel een ‘nomadische’ levensstijl verkozen gebeurde vijfhonderd miljoen jaar gelden. Vanaf dan ontwikkelen planten, dieren en later ook de mens zich in aparte takken van de evolutie. Maar, zoals we weten sinds Darwin, elke levensvorm die we vandaag kennen staat aan de top van de evolutionaire ladder, anders zou die verdwijnen. Planten zijn dus absoluut geen lagere levensvorm in het perpectief van de evolutie. En, stelt Mancuso, er is bewijs genoeg dat plantaardige cellen verfijnder zijn en méér kunnen dan dierlijke cellen. En dat heeft vooral met die sedentaire levensstijl te maken.

Net omdat planten blijven waar ze zijn, hebben ze zich volledig anders moeten ontwikkelen. Ze halen voedsel uit de grond, de lucht en van de zon. Hun levensnoodzakelijke functies zijn niet verbonden met organen, zoals bij mensen en dieren, maar zitten zowat overal in de plant. Aansturing van die functies lijkt vooral in de wortels te zitten. Planten hebben daarom ook een enorm herstelvermogen. Omdat ze zeer kwetsbaar zijn, moeten ze snel kunnen herstellen of een groot ‘regeneratief’ vermogen hebben. Allemaal vaardigheden dus die een mens of dier niet heeft.

Planten hebben ook uitgebreid contact met hun omgeving. Net als dieren en mensen, hebben ze zintuigen die zien, horen, ruiken, proeven en voelen. Planten horen bijvoorbeeld trillingen en kunnen dus naar muziek ‘luisteren’. Er is een Italiaans wetenschappelijk onderzoek waarin aangetoond is dat wijnstokken die aan muziek blootgesteld werden beter groeiden en sneller rijpe druiven afleverden dan wijstokken die geen muzikale behandeling kregen. Voor de duidelijkheid: muziekstijl speelt natuurlijk geen rol :-). Het gaat om de frequenties van muziek. Lage frequenties bevorderen ontkieming van zaden en de groei, hogere remmen die groei weer af. Daarnaast heeft de wetenschap al een vijftiental andere zintuigen ontdekt die dieren en mensen niet of in veel mindere mate hebben.

Maar hoe dicht komen planten dan bij hetgeen wij toch nog steeds als typisch menselijk, en sociaal, gedrag noemen. Verwanten en familieleden herkennen, en ze dus bevooroordelen is bekend gedrag bij dieren en mensen. Maar ook planten kunnen dat. Een onderzoek van 15 jaar geleden (ook weer niet zo lang dus) toonde aan dat zaden van verschillende ‘ouders’ in een zelfde bak een veel uitgbereider wortelgestel ontwikkelde dan zaden van dezelfde afkomst, die veel sneller bovengronds bladgroen ontwikkelden. En er komt steeds meer onderzoek dat planten altruistisch gedrag kunnen vertonen, waarbij ze ook rekening houden met andere levensvormen, niet zelden om er zelf beter van te worden. Net als mensen dus…

Wat zijn we daar nu allemaal mee, hoor ik u denken? Wel ik vind het boeiend in mijn tuin rond te lopen en een hele wereld te zien opduiken van zeer intelligente, zeg maar briljante levende wezens. Maar dat is romantiek. Veel interessanter is dat de inzichten van Mancuso en de zijnen hele innovatieve wegen openen in het onderzoek naar de rol van planten in het oplossen van de grote wereldproblemen, zoals de opwarming van de aarde of het opruimen van gevaarlijk afval. En dat gaat ons allemaal aan.


* Het wetenschappelijk artikel van de Israëlische onderzoekers is raadpleegbaar via: https://www.biorxiv.org/content/10.1101/507590v4.

Deel op social media

Rondje moestuin maart 2020

Print Friendly, PDF & Email

Elke maand probeer ik minstens één keer een update te schrijven over het wel en wee in mijn moestuin. Wat heb ik allemaal opgepakt, wat doet het goed (en minder goed), … kortom wat bezorgt mij allemaal klein moestuingeluk? Na februari, maart en april volgt hier het rondje van mei.

Over maart 2020 gaan we nog heel lang praten. En ongetwijfeld ook over de maanden die volgen. Ik ben de afgelopen week – de eerste van de lockdown in ons land – bang geweest en heb gepanikeerd. Maar ik heb het ook weer kunnen loslaten. Feiten zijn zoals ze zijn. Het was zoeken hier in huis naar de juiste balans tussen werken, schoolwerk van de kinderen begeleiden, verstandig inkopen doen zonder te gaan hamsteren, voor onze ouders zorgen (die allen boven de zeventig zijn en dus tot een van de grootste risicogroepen behoren).

We gaan geduld moeten oefenen en vooral rekenen op het gezond verstand van iedereen. Aan dat laatste heb ik een paar keer getwijfeld. De mens is een raar wezen. Ik heb deze week nog te veel domme, dwaze, lompe, gekke,… mensen gezien die dachten dat de realiteit (en het virus) geen vat op hen zou hebben. Maar dat leek mij naarmate de week vorderde toch een minderheid te worden. Gelukkig!

Ik ben door het (overigens perfect te begrijpen) hamstergedrag van zovelen nog maar een keer gaan beseffen hoe wij voedselproductie, – distributie en heel de logistieke kant daarvan als vanzelfsprekend beschouwen. En hoe wij dat allemaal beginnen wantrouwen op momenten die we als levensbedreigend aanvoelen. Er is eten genoeg, daar twijfel ik niet aan. Maar ik hou mijn hart vast wat er gebeurt wanneer er bijvoorbeeld te weinig landarbeiders zijn om al die aardbeien of asperges en andere groenten die de komende maanden zullen worden geoogst. Als die groenten al met de sluiting van restaurants moeten worden geoogst … Het voelt op een of andere rare manier toch veilig aan een moestuin te hebben nu.

Maar terug naar de tuin. Die heeft geen last van het virus en doet of er niets aan de hand is. En we zouden haast vergeten dat het nog niet zo lang geleden heel hard heeft gewaaid en er vele liters water zijn gevallen. In het bos achter mijn tuin moet er nog heel wat puin geruimd worden. En er staan nog altijd heel wat waterplassen. De grondwaterstanden lijken na twee hele droge zomers weer normaal, al is dat ook nog niet op alle plaatsen het geval. Dat zag ik ook in onze kelder, waar voor het eerst in twee jaar weer wat water stond. De afgelopen dagen scheen de zon weer en er wordt nog méér zon verwacht. Lente, eindelijk! Ik zie mijn tuin dag na dag opdrogen. Dat moet ook. Mijn tuin is immers vrij drassig en zolang het water niet weg is, kan ik niets zaaien en planten in de vollegrond.

Ik ben na mijn eerste zaaironde eind februari (erwten, peulen, tuinbonen, reukerwten, sla, lente ui, wortelen, gele en witte biet) blijven zaaien in potten en potjes in de serre. Dat loopt allemaal volgens plan.

Kolen: bloemkool, broccoli, spruitkool, palmkool, Chinese kool.
Bladgroenten: kropsla, little gem (kleine Romeinse sla), snijsla en rucola (gewone, wilde en olijf raketsla), warmoes.
Knollen: rode biet, knolraap, meiraapjes.
Kruiden: koriander, basilicum, dille, bonenkruid, sofiekruid, komijn, karwij, anijs, sesam, papalo, perilla, pipiche. (Voor de kruiden met die rare namen, zie een eerdere blogpost.)

De uien die ik een paar weken geleden kocht zijn geplant. Ze staan in de bak waar ook de look staat (en stevig doorgroeit). Ik probeer dit jaar met worteldoek te werken waarin ik gaten heb gebrand met mijn onkruidbrander. In die gaten komen dan de uitjes. Dat is weer kunststof in de tuin en dat probeer ik zoveel als kan te vermijden. Maar hier maak ik het mezelf wat makkelijk. Dat mag ook wel een keer. Uien en ook look wortelen heel oppervlakkig. Dat maakt het lastig om te wieden en onkruid te verwijderen. Omdat ik nogal veel last heb van onkruid en vooral van gras (gazon ligt net naast de moestuin), test ik graag vanalles en nog wat om mijn rug bij het tuinwerk wat te sparen. Ik hoop dat dit daarbij helpt. Over de aanplant ligt nu ook een rooster. Dat verhindert dan weer dat vogels met al mijn uitjes aan de haal gaan. Die zien in de topjes van die uien een of ander insect en pikken er maar rustig op los. Een keer de uien beginnen schieten en de stelen zichtbaar worden, blijven de vogels weg. Nog even geduld dus.

De bessen in het pas opgekuiste stuk braak achter de serre blijven het goed doen. Al heb ik de indruk dat vooral de frambozen een langzame start nemen. De zon van de komende dagen gaat hen ongetwijfeld een forse duw in de rug geven.

Tuincentra zijn gesloten. Je mag er nog enkel binnen om dierenvoeder te kopen. En op de markt mag enkel nog eten verkocht worden. Online tuinspullen kopen kan natuurlijk nog altijd, maar voor plantjes is dat toch nog niet zo vanzelfsprkend. Toen dat tot mij doordrong, schoot ik even in paniek, zeker met het vooruitzicht dat we nog een heel aantal weken in lockdown zitten. Ik zaai immers veel, maar niet alles en koop dus ook nog plantjes. Zo zou ik dit jaar geen tomaten zaaien. Ik ben dan maar in zeven haasten mijn overschotjes van tomatenzaden bij elkaar gaan zoeken en heb die snel gezaaid. Ik ben dus net niet te laat en hoop dat het iets wordt, want alle pakjes zaten ver over de vervaldatum. De zaden gaan dus zeker minder snel kiemen, als ze al kiemen. Laten we hopen op het beste.

Trostomaat: allounder, kan voor alles dienen.
Kerstomaat: Black vernissage, Blush (beide van Baker Creek Heirloom Seeds in de VS), rauw en voor bij de sla.
Roma: geen Italiaanse tomatensaus of pizza kan zonder.
Coeur de boeuf: ze zien er niet uit, maar zijn rauw superlekker.
Noire de Crimée: een hele donkerrode tomaat met een zwarte schijn, ook om rauw te eten.
Green zebra: groen-gele tomaat, zurig en minder zoet.

De zon zorgt voor veel warmte in de serre. En voor een aantal plantjes (sla en spinazie bijvoorbeeld) soms al een beetje te veel. Die moeten snel naar buiten. Maar laten we daar niet over klagen. ’s Nachts kan het nog best koud zijn. In de serre staan ook plantjes die daar een hekel aan hebben. Ik probeer die zo goed als kan te beschermen met vliesdoek. Wanneer er veel nachtvorst wordt voorspeld (zoals de komende dagen), biedt ook een ventilator met thermostaat wat hulp. Die springt aan en blaast warme lucht in de serre wanneer het twee graden of meer vriest. Tot dat punt volstaat mijn vliesdoek.

Ook mijn begin januari gezaaide paprika’s en pepers trekken zich niets aan van wat er in de wereld romdom hen gebeurt en groeien rustig verder. Ik zet ze tijdens zonnige dagen in de serre. Ik durf te denken dat het zonlicht en de zonnewarmte toch nog net iets beter is dan het licht van de groeilamp.

Deel op social media

De nieuwe lichting

Print Friendly, PDF & Email

Geduld! Ik heb mijn geduld een paar weken op de proef moeten stellen, maar nu is het zo ver: ik ben ook begonnen met te zaaien en daarmee is mijn moestuinseizoen finaal van start gegaan. Los van de paar pepers die ik begin januari heb gezaaid (zie mijn vorige blogpost), heb ik tot begin maart gewacht, ook met de groenten die ik eerst voorzaai in de serre.

Ik zie dat bij steeds meer moestuiniers het seizoen vroeger begint. Zeker dit jaar is (of was) vroeg zaaien aanlokkelijk. Het is bijna geen winter geweest. Maar vroeg beginnen is niet altijd zonder gevaar. De felle stormen en bijhorende regens in februari hebben in meerdere tuinen kleine (en minder kleine) ravages aangericht. Ik zag heel veel beelden voorbij komen van niet alleen weggewaaide serres, maar ook totaal verzopen tuinbonen, erwten en plantuien. Het zou de natste februari zijn geweest in meer dan honderd jaar. En na de stormen, kwamen een paar eerste echte winterprikken. Maar er zijn nog goede redenen om geduld te blijven oefenen.

Ik zag onlangs resultaten van een groot onderzoek uit 2018 waarin de relatie tussen de opwarming van de aarde en vorstschade bij planten in vooral het noordelijk halfrond (waar wij tussen onder vallen) werd onderzocht. Je verwacht dat er minder gevaar voor vorstchade is naarmate het warmer wordt. Maar niets is minder waar, bleek uit het onderzoek.

De aarde warmt op, maar vorst verdwijnt niet helemaal. Het kan nog steeds vriezen tot pakweg mei (de IJsheiligen). Het aantal vorstdagen neemt dan wel af, maar globaal genomen neemt het aantal vorstdagen in het vroege groeiseizoen toe. Daar is niets aan veranderd, hoewel we daar dit jaar dan weer niet veel van gemerkt hebben.

Door de opwarming schieten planten steeds sneller in de groei en gaan knoppen vormen bijvoorbeeld. Vorstschade kan dus groter zijn en de natuurlijke bescherming van planten tegen die vorstschade raakt door de klimaatverandering in de war.

Maar nu weer terzake. De nieuwe lichting van groenten, de eerste oogst van 2020, is dus ook hier voorgezaaid. Alles staat in de serre. Wat ik nu voorzaai kan tegen wat vorst, maar profiteert van de warmte van de eerste lentezon onder het glas. Buiten in volle grond is het zeker dit jaar misschien niet te koud maar wel veel te nat. Mijn bakken blijven voorlopig afgedekt met compost en worteldoek. In de serre is er ook voldoende licht. Vanaf de tweede helft van maart is het weer even lang klaar dan donker. Het aantal uren daglicht neemt vanaf dan snel toe. Samen met warmte is dat licht essentieel voor zaailingen. Dat daglicht heb ik binnen, op de vensterbanken, niet. Mijn serre is dus de ideale plaats om nu voor te zaaien.

Er zijn heel wat zaden in potten en zaaitrays beland, zoals tuinbonen (de paarse Karmazyn en groene Sutton), erwten (kapucijners, sugar snaps en de laag groeiende Proval) en reukerwten (Spencer waved mix), die ik als siergroente teel. De tuinbonen mogen wellicht begin april naar buiten, met de erwten ga ik nog een week of twee langer wachten. Tuinbonen en erwten laat ik een nachtje weken in water. Ze gaan zo sneller kiemen eenmaal ze in de grond zitten. Op die manier win je toch weer paar dagen.

Ook de eerste oogst spinazie (Rubino, Palco en Oriental harp) was aan de beurt. Die zaai ik voor in zaaitrays. Uitplanten in volle grond (tegen einde maart) is dan makkelijk. En ik heb me ook al aan de eerste bieten gewaagd. Wellicht toch te vroeg, maar ik kon er niet aan weerstaan. Als uitsmijter heb ik ook nog wat radijzen gezaaid.

Ik ben ook al gestart met wat fris groen blad (rucola, mesclun of snijsla en een Japanse bladmosterd). Tegen half april eten we dan de eerste salade. Daar horen natuurlijk de eerste lente uitjes bij (Ishikura). Ik heb ook de eerste wortelen (Harlequin) gezaaid in potten. Ik zaai overigens alleen nog wortelen in potten en kweek die op in de serre. In volle grond en buiten wil dat hier niet lukken en ondanks al mijn verwoede pogingen slaag ik er niet in de wortelvlieg te verschalken. Ik heb geprobeerd om wortelen in bakken op schragen te kweken. De wortelvlieg zou niet veel hoger dan een meter kunnen vliegen. Wortelen hoog kweken, zou dan helpen. Ik heb ook wortelen in volle grond geprobeerd, omspannen met een vliesdoek van een meter hoog. Helaas, in mijn tuin vliegen wortelvliegen wél hoger dan een meter…

Ik zaai al deze groenten voor in gewone potgrond, enkel de kleinere en dus meer kwetsbare zaden zaai ik in de wat duurdere zaaigrond die minder voedingsstoffen bevat en zo minder snel zaad kan ‘verbranden’. Ik doe niet mee met de hype van het mengen van potgrond met vermiculiet of perliet. Dat zijn zeer lichte mineralen die onder hoge temperatuur zijn opgeblazen (net als popcorn). Ze houden water vast en maken de grond korrelig en dus geschikt voor fijne zaden en optimale ontwikkeling van een worstelgestel. Ik zie helaas de meerwaarde niet wanneer je verstandig water geeft en een goede pot- en zaaigrond gebruikt.

In theorie kan alles wat ik nu heb gezaaid tegen wat vorst. Maar ik neem elk jaar het zeker voor het onzekere en hou wat vliesdoek klaar om de zaailingen ’s avonds af te dekken en zo te beschermen tegen de koudste uren van de nacht. Een verwarmingselement hoeft nog niet echt in de serre. Dat installeer ik pas in de loop van april wanneer de echte koukleumen (courgettes, pompoenen, bonen,…) worden gezaaid en ook mijn eerste tomatenplanten in de serre de grond in gaan.

Buiten heb ik dus nog niets gezaaid en dat blijft zo tot half pakweg half april. Als het weer het toelaat en het vooral niet de nat is, plant ik half maart wel mijn uien. Die komen in de bak waar nu de look al een tijd staat te floreren. Als alles goed gaat, volgt er binnen een week of twee een eerste update van hoe een en ander in de serre (letterlijk) opschiet. Ik begin dan ook aan de volgende lichting groenten te zaaien (kolen, bieten, venkel, kruiden,…) en ik moet stilaan beginnen denken aan het voorbereiden van mijn bak met de asperges.

PS: voor wie nog wil weten hoe het met mijn pepers gaat… Heet, Heter en Heetst (Shishito, Jalapeno en Habanero) doen het goed!

Deel op social media